Ben jij in- of uitgecheckt?

Soms lijkt het alsof alles al besloten is, alleen was jij er niet bij toen het gebeurde. De ander weet het zeker en zegt dat er geen toekomst meer is, terwijl jij nog probeert te begrijpen hoe jullie op dit punt zijn aanbeland. Je partner zit in een trein die het brandende station verlaat, onderweg naar een bestemming waar jij geen kaartje voor hebt. En jij? Jij staat nog midden op het perron. Verdwaast om je heen kijkend, niet wetend wat te doen.

Je probeert de ander nog te bereiken, met vragen, met openheid, soms ook met frustratie. Maar de afstand groeit. De gesprekken lopen vast. In verwijten. Of erger nog: in zwijgen. En dan komen ze, die bekende conflicten die nergens over gaan — en tegelijkertijd over alles.

De sokken die naast de wasmand liggen. De rekeningen die blijven liggen. De vuilnisbak die niemand buiten heeft gezet. Die ruzies keren steeds weer terug. Achteraf lijkt het onbeduidend. "Maken we daar nou echt ruzie over?" Nee, daar draait het steeds op uit omdat hetgeen waar het werkelijk over gaat niet hardop uitgesproken wordt. Wat je voelt is: zie je me nog wel? Heb je nog in de gaten wat ik allemaal doe, wat ik probeer, hoeveel ik geef? Maar dát komt er niet uit. Dus eindig je weer in hetzelfde cirkeltje van gedrag en reactie. De een doet iets, de ander zegt iets en de verwijten volgen over en weer.

En ondertussen vult de tijd zich. Niet met nieuwe stappen of inzichten, maar met een bak vol pijn. Vol verwijten, teleurstellingen, frustraties die geen woorden kregen, en momenten waarop je net iets te vaak je mond hield terwijl je eigenlijk wilde schreeuwen. Die bak staat nu tussen jullie in. Je neemt hem mee naar elk gesprek, zelfs als je dat niet wilt. En als de een er iets uit vist, graait de ander al naar een tegenargument. Om moedeloos van te worden.

Wat zou het een opluchting zijn als die bak gewoon even van tafel mocht. Even aan de kant, of nog mooier: leeg gegooid. Om op adem te komen. Om te kijken of er — zonder die bak vol verwijten — nog iets is om op voort te bouwen, of dat het tijd is om ieder een eigen kant op te gaan — maar dan wel zonder modder tussen jullie in.

Dat is precies wat ik doe. Niet jullie overtuigen van blijven of scheiden. Geen kant kiezen, geen oordeel vellen. Ik help om het gesprek te voeren dat nu niet lukt. Het gesprek dat begraven ligt onder misverstanden, terugtrekkende bewegingen en al die dingen die nooit echt zijn uitgesproken. Eerst de trein stilzetten en blussen wat in de fik staat. En dan pas kijken: is er nog een trein waar jullie samen in kunnen stappen? Of eindigt het hier, en stappen jullie met helderheid, zorg voor elkaar en in alle rust ieder in een eigen trein?

Wat het ook wordt, het begint met één stap: stil durven staan en de brand blussen.